Recensie: Maps to the Stars is een satire zonder richting
Als er één pluspunt is aan David Cronenberg’s Maps to the Stars dan is het dat we beginnen te beseffen wat we zo goed vonden aan zijn vorige films. Er zijn al zoveel artikels geschreven over hoe de Canadese regisseur afgestapt is van body horror, dat het nutteloos is nog een nieuwe aan de hoop toe te voegen. Als iemand op zoek is naar een filmmaker in de horrorwereld die in het verleden leeft, dan verwijzen we die door naar onze tuin, waar regisseur George A. Romero momenteel Diary of the Dead 8 aan het filmen is.
Waar het ook aan ligt – misschien was het Hollywood die zijn pitch voor een remake van The Fly afschoot – Cronenberg valt ditmaal Hollywood aan. Denken we? Julianne Moore speelt een verwende actrice die moeite heeft een nieuwe filmrol te pakken te krijgen, Robert Pattinson een acteur/schrijver die geld verdient als limousine-chauffeur, Mia Wasikowska als nieuwe aankomst in de stad, en John Cusack & Olivia Williams als de trotse ouders van een verslaafde child star.
Het is een degelijke opzet voor een film die nergens naar toe opbouwt. De cast probeert dan wel, maar de film voelt zeer onderbevolkt aan, en heeft geen pointe. Naarmate de film vordert leren we dat bepaalde personages meer raakvlakken hebben dan we eerst dachten, waardoor enkele van de andere rollen eigenlijk overbodig zijn. We zijn daardoor niet zeker wat de beste keuze zou geweest zijn voor Maps to the Stars: minder personages, of net meer. Waarom brengen we uiteindelijk zoveel tijd door met Julianne Moore als haar personage overbodig blijkt in het grotere verhaal?
We missen dan ook de Cronenberg die verontrustende cinema maakte. De kern van dit verhaal leent zich er wel toe, en als dat voor een film zorgde die slechts 1/10e zo goed was als Dead Ringers waren we al tevreden geweest. In plaats daarvan kregen we de Aldi-versie van Mulholland Drive.